Ohrid (Macedonië) - Korçe (Albanië) - Reisverslag uit Ohrid, Macedonië van Richard Kampyon - WaarBenJij.nu Ohrid (Macedonië) - Korçe (Albanië) - Reisverslag uit Ohrid, Macedonië van Richard Kampyon - WaarBenJij.nu

Ohrid (Macedonië) - Korçe (Albanië)

Door: Richard

Blijf op de hoogte en volg Richard

07 Mei 2018 | Macedonië, Ohrid

De rit van Durres naar Ohrid (Macedonië) duurde bijna 3 uur. We reden van de westkust in oostelijke richting over goede en brede wegen door de bergen naar de grens met Macedonië, dat ten oosten van Albanië ligt. Vanaf de grens was het nog ongeveer een half uur naar Ohrid. Het laatste stuk voerde langs het Ohridmeer; een groot meer (40x15 km) dat deels in Albanië en deels in Macedonië ligt. De grensovergang was een beetje bizar en haast een beetje surrealistisch geweest. Het leek wel een filmset van een film van Alex van Warmerdam. Het bevond zich in een soort van niemandsland bovenop een berg en bestond uit twee - nauwelijks van elkaar te onderscheiden - douaneposten (een Albaneze en een Macedonische ) die pakweg 500 meter van elkaar lagen. Vlak vóór de Albaneze douanepost stond in een lijnopstelling een batterij aan kleine zelfstandige (kantoor)containers van 2 x 2 meter in de felle zon elk voorzien van een balie en één werkplek. Wij moesten terug naar het meest ver weg gelegen containertje om een green card te kopen. Wil je met een huurauto de grens over dan ben je een green card nodig. Een jongeman met blauwe trainingsbroek en zwart leren jackie wreef de slaap uit zijn ogen en schoot ons te hulp. Achter de balie stond een vies bankje dat precies in de ruimte paste en door de man als bed werd gebruikt. Op de vloer lag een stuk gereten steenstrips zeiltje en het stonk er volgens Roos en Sandra naar urine. Na wat handelingen op een ouderwetse pc rolde er een verbazingwekkend mooie green card uit de printer met een fraaie zegel en dito stempel. Met de green card in onze hand zijn we lopend de Albanese grens overgestoken, waarna we per auto naar de Macedonisch douane reden. Daar werd de green card goedgekeurd en ons luidkeels "Go.. go.. go!!!" toegeroepen, waarna we een straal gas gaven en onze weg richting Ohrid vervolgde. Ohrid bleek een voltreffer.

Ohrid is omgeven door heuvels en ligt aan het kristalheldere water van het mooie meer van Ohrid. De stad bevat veel knusse straatjes, mooie strandjes, terrasjes en uitstekende restaurantjes. Vooral het oude centrum is erg sfeervol. Het stadje is bijzonder oud. Het is één van de oudste nederzettingen van Europa. In de 3e eeuw voor Christus was hier al een nederzetting met de naam Lychnidos. Tussen de 7e en 19e eeuw ontwikkelde Lychnidos, dat in de 9e eeuw de naam Ohrid kreeg, zich tot een belangrijk cultureel en religieus centrum. In de stad staan veel oude kloosters en kerken. Er wordt beweerd dat er 365 kerken in Ohrid zijn (voor elke dag van het jaar één), waar honderden eeuwenoude iconen te zien zijn. Hiermee bezit Ohrid één van de belangrijkste iconencollecties ter wereld. Daarnaast is de architectuur van Ohrid de best bewaarde en meest complete verzameling van oude stedelijke architectuur in de Slavische landen. Redenen voor UNESCO om de regio en het prachtige meer van Ohrid op de werelderfgoedlijst te plaatsen.

Ons verblijf bevond zich in het oude centrum en heette Villa Germanoff. Hier hadden wij de Pianokamer gereserveerd. Op Tripadvisor had ik hierover erg enthousiaste verhalen gelezen. Zo zou de kamer sfeervol met oriëntaalse meubels zijn ingericht, en over een mooie terras beschikken met uitzicht over het Ohridmeer. Ook zou er een piano staan, wat mij voor Roos leuk leek. Het straatje ernaar toe vormde onderdeel van een netwerk aan aantrekkelijke wandelstraatjes door het historische centrum van Ohrid, en was precies breed genoeg om met een auto door heen te rijden. Toeristen en winkelend publiek moesten wel een stapje opzij doen, maar dat ging vanzelf. Toen we bij Germanoff aanbelden werd er niet open gedaan, waarna we tevergeefs aan het raam klopten en vervolgens de eigenaar telefonisch probeerde te bereiken. Nadat ook dat niet lukte, zijn we naar de buren gegaan. De vriendelijke buurman die zelf ook een hotel runde, had weliswaar een sleutel, maar vertelde dat de kamer bezet was en de eigenaar zijn telefoon niet opneemt, omdat hij als gids aan het werk was. We besloten een terrasje op te zoeken en later terug te keren. We belandden bij het terras van Kadmo wat Roos haar favoriete terras zou worden. Toen ik later in de middag de eigenaar van Germanoff probeerde te bellen, kreeg ik wel gehoor. Hij had de kamer nog een nacht verhuurd aan Israëliërs, waarvan één zijn paspoort was kwijtgeraakt. Hij had ons gemaild met het verzoek onze komst te bevestigen, én omdat we niet hadden gereageerd, was hij de Israëliërs tegemoet getreden. Ik vernam dat hij wist dat hij fout zat. Ter compensatie bood hij ons een kamer in een gelijkwaardig hotel aan. We stemden er met tegenzin mee in op voorwaarde dat hij een ontbijt voor ons zou regelen.

Het hotel waar we die nacht zouden slapen heette Villa Dea. Het hotel stond buiten het oude centrum en de moderne kamer miste - zoals zoveel hotelkamers - sfeer. Roos dacht daar anders over en vond het een prima hotelletje. Aan het eind van de middag hebben we een wandeling gemaakt naar Sveti Jovan, een kleine kerk, één van de mooiste, niet alleen door zijn geweldige locatie op het uiterste puntje van Ohrid's vestingheuvel, vlak tegen de rand van de laatste rotsbank die steil in het water valt, maar ook door de mooie fresco's die er te zien zijn. Op onze wandeling terug naar ons hotel hebben we bij hetzelfde restaurant gegeten, waar we die middag op het terras hadden gezeten en tegen half tien vielen we in slaap. 's Nachts toen ik terug van de wc op de tast mijn bed zocht, stootte ik mijn kleine teen aan het onderstel van het bed. Ik schreeuwde het uit van de pijn en de volgende ochtend wist ik dat het niet goed was. Ik had er nog ongewoon veel last van, kon er niet goed op lopen en zag bot waar dat niet hoort. Bovendien was het erg opgezet en blauw. Met behulp van internet stelden we vast dat ik mijn kleine teen had gebroken en de teen moest koelen en rust moest geven. In het hotel hebben we op kosten van de eigenaar van Germanoff ontbeten en heeft Roos op de piano een liedje van Ed Sheeran gespeeld. Tegen half twaalf verlieten we Hotel Dea en zijn we naar Villa Germanoff gereden, waar de eigenaar nogmaals zijn excuses aanbood en ons naar de Pianokamer begeleide. De kamer was nog mooier dan verwacht. Het ruime terras met uitzicht over de oude binnenstad en het meer was prachtig. Sandra voelde zich er meteen thuis. Ze vroeg zich hardop af of we hier niet langer konden blijven en Roos klom meteen achter de piano. Sandra en Roos zijn 's middags het stadje in geweest en hebben het papiermuseum vlakbij onze kamer bezocht. Het papiermuseum is ondergebracht in een pand waarvan de bouwstijl typisch is voor de huizen van Ohrid in de 18e en 19e eeuw. Deze opmerkelijke panden, waarvan er nog enkele tientallen staan, werden gebouwd onder oriëntaalse en Byzantijnse invloeden. Ze zijn wit gepleisterd en hebben een 80 cm overhangende bovenverdieping die op houten balken rust. De begane grond bestaat uit steen en de bovenverdieping uit hout. Terwijl Roos en Sandra bekeken hoe vroeger papier werd gemaakt, keek ik met een nat washandje op mijn kleine teen naar de kwalificatiewedstrijd van de Formule 1 race in Azerbeidsjan. De rest van de dag hebben we van onze kamer genoten en heeft Roos mijn teen verzorgd door washandjes in het vriesvakje van onze koelkast te koelen. 's Avonds hebben we bij wederom bij Kadmo gegeten en hier hebben we op aandringen van Roos de volgende ochtend ook ontbeten.

Na ons ontbijt hebben we de kamer betaald en vertelde de eigenaar ons dat wij in de kamer verbleven waar de Nederlandse schrijver A. den Dolaard in de dertiger jaren aan zijn roman "De bruiloft der zeven zigeuners" heeft gewerkt. Ik had in onze voorbereidingen op deze reis over Den Dolaard gelezen. Hij is hier een fenomeen. Hij reisde in de jaren dertig door de Balkan en schreef meerdere romans over zijn ervaringen. Vooral zijn band met Ohrid was sterk. Over Ohrid schreef hij "Overigens is het de moeite waard om uit Parijs naar de Balkan te komen enkel om Ohrid te zien". De populariteit van de "De bruiloft der zeven zigeuners" zorgde ervoor dat een grote groep Nederlanders belangstelling kreeg voor dit deel van de Balkan. Op het hoogtepunt in de jaren tachtig kwamen jaarlijks zo'n vijftigduizend Nederlandse toeristen naar Ohrid. In het "Dutch park" in het centrum van de stad aan de oever van het meer is in 2006 een monument geplaatst ter nagedachtenis aan de Nederlandse - in Zwolle geboren - schrijver. De Balkanoorlog zorgde er in de jaren negentig voor dat de toeristen hun vertier in andere landen zochten. Nu - ruim na het einde van deze bloedige oorlog - pakt het onafhankelijke Macedonië dat zich in 1991 vreedzaam los maakte van de republiek Joegoslavië de draad weer op. Sinds enige tijd is het ook vanuit Eelde mogelijk om naar Ohrid te vliegen. "Meteen doen", zou ik zeggen. Het is erg mooi.

We namen afscheid van de eigenaar en vervolgden onze reis; op weg naar Korçe (Albanië), onze volgende bestemming. We hadden ons voorgenomen om onderweg drie plekken aan het meer van Ohrid te bezoeken. De eerste was Polcha Michov Grad (De baai van de beenderen). Hier is 5 meter boven het water een prehistorische nederzetting nagebouwd. Op de plek waar de nederzetting is gebouwd zijn voorwerpen en (menselijke) botten uit die tijd gevonden. De huizen waar je tussendoor kunt lopen, geven een bepaalde sfeer en laten je ervaren hoe het was toen de nederzetting 1200 jaar voor Christus écht bestond. We vonden het bezoek ondanks mijn zere teen beslist de moeite waard.

De volgende stop was Trpejca. Een pittoresk dorpje in een besloten baai. Het dorpje werd omschreven als een bijzonder mooi dorp dat door Macedoniers ook wel het San Tropez van Macedonië wordt genoemd. Trpecja was een slaperig visserdorpje met ongeveer 300 inwoners, een school, twee winkeltjes en natuurlijk een kerk. Nu legt het zich meer toe op het toerisme. Zo is er nu een hotel en zijn er een paar restaurantjes. De gelijkenissen met San Tropez zijn echter heel ver te zoeken. Bijzonder is dat het er zo steil is dat de bebouwing aan het water, waar ook het hotelletje en de restaurantjes zitten, alleen te voet en per boot bereikbaar zijn.

Onze derde stop, de Sveti Naum, één van de mooiste kloosters rond het meer van Ohrid, lag niet ver van Trpecja. Het klooster is één van de belangrijkste toeristische trekpleisters van Macedonië. Het is tevens een bedevaartsoord omdat in de bijbehorende kerk de heilige Naum begraven ligt. Ik had naar aanleiding van verhalen op Tripadvisor bedacht hier ook een bootje te huren. Toen we het Klooster naderen, zagen we een lange rij auto's bij de ingang van een enorm grote parkeerterrein. We keken elkaar aan en hadden aan één blik genoeg. We keerden de auto en vervolgden onze weg naar Korçe. Vanaf de grensovergang was het nog ongeveer een uur rijden naar Korçe. We arriveerden rond 14:00 uur bij Guest House Bujtina Leon, waar we één nachtje - ter overbrugging - hebben geslapen. Het was een oud monumentaal huis. Wij hadden een kamer op de 1e verdieping met een mooie houten veranda. De kamer had een mooie houten vloer en een mooie met houtsnijwerk versierde houten plafond. Toen we aankwamen hebben we lekker op de kamer gerelaxd. Ik heb de voor Max Verstappen onfortuinlijke race in Baku gevolgd, Roos keek "Je zou het maar hebben" en Sandra lag lekker met haar ereader op schoot te lezen. 's Avonds zijn we de stad ingegaan en hebben we een restaurant bezocht die ons nog wel even bij zal blijven. Het heette Find Four en het was gevestigd in een vrijstaande villa uit de 19e eeuw. We hebben er ontzettend lekker gegeten. Het eten smaakte verrukkelijk, de borden waren mooi opgemaakt en de ober verloor ons geen moment uit het oog. Aan het eind kregen we heerlijke citroenijs geserveerd in een champagneglas aangeboden en nadat we hadden afgerekend werd ons nog een glas Raki voorgezet. We waren zo onder de indruk dat we besloten onze eerste beoordeling op Tripadvisor te zetten. De volgende ochtend zaten we vanwege de lange reis die ons naar Gjirokaster te wachten stond al om half acht aan het ontbijt in onze guesthouse. We kregen een traditioneel Albanees ontbijt aangeboden met o.a. warme pap en gele pudding met granaatappelpitjes. Het was erg lekker, maar eigenlijk te veel. Omstreeks half negen begonnen we aan onze bijzonder mooie autorit naar Gjirokaster.

Op onze tweede dag in Gjirokaster hebben we de bazaar bezocht; een aantal steile straatjes in het historische centrum van Gjirokaster, waar allerlei kleine winkeltjes, kunstenaars en ambachtslieden zitten. Hier hebben we een aantal souvenirs en een kadootje voor Sabrina gekocht. Roos heeft voor een aantal vriendinnen macramee armbandjes gekocht. Zo tegen de avond hebben we er ook gegeten. We aten bij Kujtimi, waar onder anderen kikkerpootjes op het menu stonden. Wij aten er allerlei kleine hapjes, waaronder warme dolma. Mijn kleine teen was blij toen we weer bij onze mooie Guest House arriveerden. De volgende ochtend hebben we wederom lekker op het terras in de zon ontbeten. De eigenaresse had speciaal voor Roos elke keer iets gezonds. Deze ochtend had ze "milk for the child". Na het ontbijt namen we afscheid en zetten we koers richting de Adriatische zee, naar de badplaats Sarandë.

  • 08 Mei 2018 - 05:38

    Arjan:

    Ziet er goed uit! Geniet ervan samen!

  • 08 Mei 2018 - 08:42

    Jan Brouwer:

    fam leden geniet er nog een paar dagen van .Richard het verslag heel perfect ook de foto s.
    groetjes jan en adri .

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Richard

Actief sinds 28 April 2018
Verslag gelezen: 1872
Totaal aantal bezoekers 2557

Voorgaande reizen:

25 April 2018 - 11 April 2018

RoosSandraRichardinAlbanie

Landen bezocht: